Psychologische Fit

Als deze tijd iets van ons vraagt is het psychologische fitheid, zodat we veerkrachtig met alle wendingen en veranderingen kunnen omgaan. Dat we een sterke verbinding hebben met onszelf en met elkaar. Het wordt ook steeds duidelijker dat we, om echt een gedeelde impact te kunnen maken we een aantal ‘generieke vaardigheden’ nodig hebben in onze organisaties: luisteren naar elkaar, compassie, omgaan met verschillen, samen zoeken en inclusieve besluiten nemen. Alles om ieders volle potentieel te kunnen benutten, samen verschil te maken en tot passende oplossingen te komen voor de complexe vraagstukken waar we nu voor staan.

Bij een groot wereldwijd onderzoek van Google (Project Aristoteles, 3 jaar, 180 teams) naar succesvolle teams kwam verrassend genoeg ‘Psychologische Veiligheid’ op nummer 1 te staan. Na lang zoeken bleek niet de teamgrootte, de diversiteit, het soort werk of de persoonskenmerken van de teamleden doorslaggevend te zijn voor hun succes. Maar het bleek het vermogen te zijn om met elkaar een werksfeer te creëren waarin niemand zich inhoudt om zich uit te spreken, je kop er niet af gaat als je met een spannende mening komt. Teams waar het gewoon is om elkaar vragen te stellen, ook pijnlijke onderwerpen te agenderen, twijfels en kwetsbaarheden te bespreken, elkaar feedback te geven, gemaakte fouten te onderzoeken en waar mensen elkaar op persoonlijk niveau kennen, zijn succesvoller dan de teams waar dit allemaal onder de oppervlakte van de samenwerking blijft steken. Een dergelijke collectieve groepsnorm maakt het psychologische veilig in een organisatie, een goede start voor ontwikkeling en innovatie.

Anekdote uit de praktijk

Bij de start van teamontwikkeling kies ik er vaak voor om onverwacht in het diepe te springen om elkaar beter te leren kennen. Zo ook bij een multidisciplinair projectteam dat een lastige klus te klaren had. Ze kwamen niet echt verder, veel hoofd & weinig hart, altijd gericht op perfectie van de inhoud en ze werkten al een tijdje samen. Ook een sessie over de ‘why’ van het project bracht niet de verwachte schwung. Toen zijn we op een vrijdagochtend gaan zitten en hebben we ‘de keukentafel’ gedaan. Eerst allemaal een plattegrondje maken van jouw keukentafel vroeger thuis. Waar stond de keukentafel? Wie zat waar en waarom? Hoe was de sfeer? Waren er vaak gasten aan tafel? Wat heb je geleerd aan jullie keukentafel? Wie had het hoogste woord? Wat gebeurde er als er spanningen waren? Wat en hoe werd er gegeten? Wat werd belangrijk gevonden aan tafel? En dan alle tijd nemen om te luisteren naar ieders keukentafel-verhaal. Dit team had het twee jaar later nog over de keukentafel-ochtend en wat ze daardoor beter zijn gaan begrijpen van elkaar; elkaars drijfveren kennen hielp enorm om elkaar makkelijker en onvoorwaardelijker te vinden. Het samenwerken ging veel beter vanwege de ervaren psychologische veiligheid om de klus te klaren.

Bron & Model